Sloten en poelen

Dit is onderdeel van De biotopen op Klarenbeek.

Klarenbeek wordt helemaal omringd door sloten en ook binnen het terrein ligt een flink aantal sloten. Totale lengte bijna drie kilometer! Ook ligt er een aantal poelen op het terrein die begin jaren negentig zijn gegraven. Sloten en poelen leveren een flinke bijdrage aan de biodiversiteit op Klarenbeek. In het water leven heel veel waterdieren. Macrofauna zoals wantsen, larven en slakken, vissen zoals stekelbaarsje en zeelt, en amfibieën, met name kikkers en salamanders. En er groeien waterplanten zoals gewoon blaasjeskruid, waterdrieblad, grote boterbloem en groot kroosvaren. Een microkosmos met een bijzondere planten- en dierenwereld.

kronkelsloot
Kronkelsloot in januari. Links het Grote hooiland

Het waterbeheer krijgt speciale aandacht. Via de inlaat van het Klarenbeekje en de uitlaat bij de Slurf kunnen we het waterpeil van de sloten regelen. Het molentje in de Molensloot pompt het water omhoog naar de sloten rond de hoger gelegen hooilanden. Zo blijven die voldoende nat.

Uitgangspunt is een zo hoog mogelijk waterpeil in de sloten zonder dat de vegetatie op land er schade van ondervindt. We willen bijvoorbeeld het waterpeil in het rietland verhogen om daar de wilgengroei af te remmen, maar tegelijk mag het waterpeil rond het aangrenzende Duizendguldenkruidlandje niet omhoog gaan. De paden moeten natuurlijk ook goed beloopbaar blijven.

Molentje bij de Molensloot

In de herfst en winter baggeren we een deel van de sloten om ze open te houden en de omstandigheden voor de verschillende soorten waterdieren te verbeteren. Jaarlijks wordt het riet in de sloten en langs de kanten van de sloten en poelen gemaaid. Daardoor krijgen de sloten en plassen meer lichtinval wat gunstig is voor het waterleven. Ook geven we zo ruimte aan oeverkruiden.

De algehele toestand van de sloten en poelen is niet zo goed. Dat lijkt vooral te komen door de Amerikaanse rivierkreeft die in groten getale in de sloten en poelen leeft. De kreeften vreten de meeste waterplanten op waardoor ook de leefomgeving voor vissen, amfibieën en macrofauna verslechtert. Alleen het groot blaasjeskruid kan zich goed handhaven (waarschijnlijk omdat het niet in de bodem wortelt) en breidt zich de laatste jaren uit.
In 2025 zijn we begonnen een aantal slootoevers af te schuinen ter bestrijding van de Amerikaanse rivierkreeft. Rivierkreeften houden namelijk niet van glooiende oevers omdat ze er minder gemakkelijk gangen in kunnen graven, en die hebben ze nodig ter bescherming tegen predatoren zoals de blauwe reiger.

bastaardkikker
Bastaardkikker

De Salamander- en Kikkerpoel staan niet in verbinding met een sloot en zijn bedoeld als kraamkamer voor amfibieën. De Kikkerpoel op het Kleine hooiland staat er slecht voor door het grote aantal rivierkreeften, er groeien bijvoorbeeld helemaal geen waterplanten meer, waardoor de kraamkamerfunctie verloren is gegaan. De Salamanderpoel staat er beter voor. De Paddenpoel is bijzonder omdat er veel waterdrieblad groeit.

De Paddenpoel in april. Rechts het 1e Orchideeënpad. Middenvoor waterdrieblad

In de jaren negentig zijn op het Kleine hooiland vier poelen gegraven om het proces van verlanding te volgen. De vegetatie bestaat onder andere uit wateraardbei en soms is hier ook veenmos te vinden. De verlandingspoelen stonden vaak droog en dat is niet bevorderlijk voor het verlandingsproces. Daarom is er in 2024 een greppel gegraven van de Hooilandsloot naar de verlandingspoelen.

Ringslang die bruine kikker heeft gevangen, Grote plas op Klarenbeek

Sedert 2024 zijn er verschillende malen ringslangen gesignaleerd op Klarenbeek. In datzelfde jaar is voor de eerste keer een ringslanghoop gemaakt waar de ringslangen eieren kunnen leggen, en we blijven dit de komende jaren doen.

Meer weten over de sloten op Klarenbeek? Zie de notitie De sloten van Klarenbeek (2022).

De Kikkerpoel in december