De Cetti’s Zanger zong je de oren van je hoofd – maar verder? Regenbuien wisselden elkaar af, er stond een stevige wind en af en toe een plensje zonlicht. Geen ideale omstandigheden om veel vogels te zien of te horen. En fotograferen was er niet bij.
Tóch een lekkere wandeling over Klarenbeek en het natuurgebied ten noorden van Abcoude. Prachtig strijklicht dat rietkragen deed oplichten. We liepen met een kleine groep onder leiding van Pieter van der Linden. We zagen indrukwekkende regenbogen en heel veel paddenstoelen, onder meer vliegenzwammen op het Eikenlaantje en – enigszins verfomfaaid – langs het fietspad onder de hoge berk. We verbaasden ons over het grote hoornaarsnest, maar daar was toch ineens een grote groep vinken op wintertrektocht, buitelend door de lucht. Ook later werden grote vluchten gezien van niet nader te benoemen kleine vogels, lijsterachtigen: kramsvogels? koperwieken? De meningen liepen uiteen maar we hebben wel degelijk beide vogelsoorten gezien. Aalscholvers in hun stemmige zwarte pak kwamen over. En er is nog genoeg te smullen voor de vogels: er werd gescharreld in bessenstruiken en ook de zaadjes uit elzenproppen vallen in de smaak: roodborsten, pimpelmezen en koolmezen. Blauwe reigers stonden als standbeelden aan de slootkant en kleine mantelmeeuwen zwierden hoog door de lucht, verlicht door de zon. Op het water: meerkoet, waterhoen, fuut, wilde eend en kokmeeuw.
Alles meetellend, óók de soepeend en de grote alexanderparkiet, kwamen we op een totaal van 22. Niet zoveel maar ook niet zo gek, de grote trek is immers in volle gang en het weer werkte niet mee, kleine vogels verkiezen dan de dekking.
Of, in de woorden van dichteres Ida Gerhardt:
Zwaluw, doorklief de lucht!
Nu is de grote trek.
Vergeet het late broed,
Dat met gesperde bek
In ’t nest verhongeren moet…
Op de foto een houtzwam op Klarenbeek. Foto: Liesbeth Jonckbloedt