Vogelwerkgroep Amsterdam bezoekt Klarenbeek

Posted on

Onlangs heeft iemand van de vogelwerkgroep Amsterdam een bezoek gebracht aan Klarenbeek. Hij is enthousiast over de vogelrijkdom. Het gevarieerde cultuurlandschap van Klarenbeek is een oase van rust en herbergt een rijk plantenleven en heel veel vogels zo constateert hij.
Onderstaand verslag is (licht gewijzigd) overgenomen uit het blad van de vogelwerkgroep Amsterdam.
Foto: Dorothea Rabe.

Een vogelwandeling in een verborgen paradijs

Tycho Fokkema – met dank aan Hans Doorenbosch

In Amsterdam Zuidoost, vlakbij de golfbaan en ten zuiden van het UMC, ligt een juweel van een vogelgebied. Het gevarieerde en door vrijwilligers beheerde cultuurlandschap van Klarenbeek bij de Hoge Dijk is een oase van rust en herbergt een rijk plantenleven en heel veel vogels.

Het is een stukje fietsen vanuit de stad, maar toch altijd minder ver dan je denkt. Ruim een kwartier voor het afgesproken tijdstip tref ik Hans Doorenbosch van Natuurvereniging de Ruige Hof bij het houten tuinhuis aan de Abcouderstraatweg 77. Met een kop koffie kijk ik uit op de nieuwe Kauwenflat, een flinke verzameling vogelhuisjes tegen een stam in de tuin. Hoog in de bomen hoor ik een Groenling. De wind staat oost en de snelweg voelt ver weg. Dit is genieten, op deze mooie dag in mei.

Van grasland naar biotopenrijkdom

Eind jaren tachtig zag het er hier nog heel anders uit, toen was het hier allemaal weiland. Een kleine groep natuurliefhebbers zag Amsterdam Zuidoost oprukken. Zij stonden aan de wieg van de Ruige Hof. Deze vereniging ontwikkelde en beheert nu nog steeds twee natuurterreinen; het veenlandschap van Klarenbeek en de Riethoek aan de westzijde van de Gaasperplas. Vandaag zijn we in Klarenbeek, een afwisselend gebied met rietmoeras, knotwilgen, struweel, poelen en slootjes.
De oude en nieuwe spoorbaan naast Klarenbeek, het zich ontwikkelende bos en de poelen met wilgen en ander opgaand groen aan de zuidkant van de recreatieplas maken van de Hoge Dijk een prachtige lappendeken van allerlei verschillende biotopen.

Veen, riet en grienden

We lopen een rondje linksom en passeren de wilde bloementuin. De libellen zweven voorbij. Als we richting de naastgelegen medicinale kruidentuin lopen, zie ik een Nachtegaal het struweel inschieten. Verraden door z’n rode staartveren. Dan staan we even stil bij het botanisch pronkstuk van Klarenbeek, het 1000 guldenkruidlandje. Dat kruid groeit hier helaas niet meer, wel zien we moeraskartelblad en veenpluis. Daarna doorkruisen we het riet, een eerste Kleine Karekiet zingt ons tegemoet. Verder heb je hier kans de Grauwe Vliegenvanger te zien jagen vanaf zijn post. Hoog in de dertig jaar oude essen     en elzen die het terrein begrenzen, zingt een Zanglijster z’n lied. De hooilanden zijn op dit moment natter dan voorheen, waarschijnlijk vertonen grondbroeders als de Rietzanger en de Blauwborst zich om die reden nu minder. De Kleine Karekiet heeft geen last van de nattigheid, die bouwt een hangend nest onderin het riet. We passeren natte verlandingsgebiedjes waar ook de wateraardbei groeit. Kruip-door sluip-door bereiken we via het struweel de grienden, een bijzonder deel van Klarenbeek. Hier telen de vrijwilligers van De Ruige Hof griendhout. Jaarlijks wordt een deel van de wilgen gesnoeid, de tenen worden verkocht en krijgen een tweede leven als vlechtscherm of tuinafscheiding.

Langs het spoor

We laten Klarenbeek achter ons en staan op het fietspad. Het tracé van het oude, laaggelegen spoor is kaarsrecht en een racebaan voor toerfietsers. Oppassen hier! En tegelijk op vogels letten, want het is een leuk stuk. In de bosschages op het talud laat de Goudvink zich regelmatig zien en hoor je de Nachtegaal. Meesjes bouwen hun nest bovenin de palen van de bovenleiding. Kneutjes vliegen golvend over, goed herkenbaar aan hun dubbele vluchtroepje. Tjuptjup! Na de kruising, waar onlangs middenin de nacht nog een jagende Kerkuil werd vastgelegd, verandert het fietspad van karakter. We zijn ineens in een bosachtige omgeving. ‘s Winters zitten hier Goudhaantjes, nu laten Merel en Winterkoning zich horen. Ver weg klinkt een Koekoek die, als hij even later langs vliegt, toch best dichtbij bleek te zitten.

Bosvogels en rovers

We passeren een wat rommelige open plek in het bos waar het leuk is om even stil te staan. Hier ergens broedt ook de Havik. Die blijft maar verhuizen, Nijlganzen kraken de laatste jaren steeds zijn nest. Een paartje Gaai verzamelt nestmateriaal in een oude boomstronk en om ons heen zingen de Tjiftjaffen, Fitissen en Zwartkoppen om het hardst. Dan naderen we de eeuwenoude provinciegrens, steken die over en volgen het oude spoor, dat nu verandert in een smal pad dat langzaam tussen rozen en braamstruiken lijkt te verdwijnen. Hier voelt de Braamsluiper zich thuis, en de Kneu. Leuk hoe dit rechte pad telkens een ander karakter heeft. De weilanden en volkstuintjes langs het pad zijn interessant jachtterrein voor Buizerd, Havik, Sperwer en Torenvalk. En daar vliegen Boerenzwaluwen, die hadden we nog niet gezien.

Olifanten en IJsvogels

We zetten de pas er een beetje in en wandelen terug richting de recreatieplas. Het veen met opschietende wilgen aan onze rechterhand wordt elke maandag een stukje gesnoeid door mensen van Lindenhoff Open Tuin, een dagbestedingsbedrijf in Baambrugge. De wilgentakken gaan naar Artis en maken daar de olifanten blij. We lopen langs rietland en hopen nog op een Blauwborst, maar die laat zich niet zien. Wel maakt een Rietzanger al krassend een mooie parachuteduik. Eerder flitste er al een IJsvogel langs.

Fotografen maken graag gebruik van de IJsvogelkijkhut die zich op het terrein van de Ruige Hof bevindt. Op zo’n twee meter van de nestingang zit je bovenop de actie. De vogels vliegen aan met een visje, slaan het vaak nog even dood op een tak en vliegen dan de nestholte in. Na het bezoek duikt de bezorger nog even kort het water in, om daarna fris op zoek te gaan naar het volgende visje.

De Ruige Hof verhuurt de fotohut  per dagdeel. Zo bekostigt de natuurvereniging een deel van haar werk.